Betrouwbare informatie over recht & rechtsonzekerheid rond testament en nalatenschap
Kindsdeel is geen erfdeel
Kindsdeel is geen erfdeel

Kindsdeel is geen erfdeel

Kindsdeel is een begrip uit het taalgebruik van de Nederlandse notaris, er wordt een in het Nederlands recht|recht niet bestaand erfenisdeel mee aangeduid in de situatie dat een overledene een partner uit huwelijk of registratie nalaat en een of meer kinderen en er geen testament is gemaakt. In die situatie bepaalt de wet [[Erfrecht (Nederland)|erfrecht]] dat de hele erfenis ([[Nalatenschap (Nederland)|nalatenschap]]) inclusief schulden, naar de langstlevende ouder gaat. De kinderen van de overledene worden geen deelgenoot in de erfgemeenschap, ze ontvangen dus geen kindsdeel. In plaats daarvan krijgen ze een ‘vordering’ in geld op de langstlevende ter hoogte van de waarde van hun theoretisch erfdeel, maar deze vordering geeft niet, zoals gebruikelijk, het recht geld op te vorderen en daarvoor zo nodig naar de rechter te gaan. Er kan namelijk alleen een beroep op worden gedaan bij overlijden, faillissement of schuldsanering van de langstlevende en dan bestaat alleen recht op uitbetaling, voorzover er nog iets over is van de nalatenschap, tot maximaal de hoogte van het theoretische erfdeel, plus rente. Want de langstlevende mag volledig [[interen]] op het verkregen nalatenschapsvermogen.

Is een kind bij het sterven van een ouder vóóroverleden, gaat de vordering op de langstlevende aan de kinderen van het overleden kind.

De regeling staat in artikel 13 e.v. van Boek 4 [[Burgerlijk Wetboek (Nederland)|Burgerlijk Wetboek]] en wordt ook ”wettelijke verdeling” genoemd, maar er wordt dus niets verdeeld. Het is mogelijk hier bij testament van af te wijken.

Juridische inhoud

Het erfrechtelijk recht dat de kinderen bij de wettelijke verdeling verkrijgen wordt in de notariële praktijk kindsdeel genoemd. Hoewel dat woord juridisch klinkt, bestaat het niet in het Nederlands recht en heeft het geen juridische betekenis, functie of werking. Het woord wekt de indruk dat het om het erfdeel van een kind gaat, maar de kinderen verkrijgen in deze situatie juist geen deel van de erfenis in eigendom. In juridische zin gaat het ook niet werkelijk om een [[vordering]] omdat de langstlevende geen verplichting heeft enig bedrag te voldoen, deze is dus geen [[debiteur]]. Integendeel, de langstlevende mag dat wat uit erfrecht is verkregen helemaal opmaken, inclusief de zogenaamde kindsdelen. De kinderen moeten in feite dus afwachten wat er van over is op het moment dat ze enig bedrag kunnen opeisen. Er gelden wel enkele algemene verplichtingen. De langstlevende mag ook goederen verkopen, maar hier hebben de kinderen enkele rechten om te voorkomen dat goederen waar aan ze emotionele waarde hechten worden verkocht of door een nieuw huwelijk deel gaan uitmaken van een [[Gemeenschap van goederen|goederengemeenschap]]. Dit heten de ”wilsrechten” van de kinderen.

Het begrip kind

Om te bepalen welke personen recht hebben op het kindsdeel moet gekeken worden naar de familierechtelijke status van de personen die in het spraakgebruik als kind worden aangeduid. Dat zijn de kinderen geboren tijdena het staande huwelijk of geregistreerd partnerschap, uit voorgaand(e) huwelijk(en) en personen die als kind zijn geadopteerd, of erkend. Heeft de langstlevende een kind of kinderen buiten het staande huwelijk, in het spraakgebruik [[stiefkind]] of bonuskind van de overledene genoemd, vallen deze buiten de wettelijke regeling.

Hoogte kindsdeel


Om de hoogte van de vordering van de kinderen op de langstlevende vast te stellen, moet zo snel mogelijk na overlijden een [[boedelbeschrijving]] worden gemaakt. Dat is een verplichting van de langstlevende. De waarde die zo van het geërfde vermogen wordt vastgesteld, moet gedeeld door het aantal erfgenamen (langstlevende en kinderen van de overledene) om de hoogte van de geldvordering van de kinderen vast te stellen. De vordering is in geld, niet (ook) in goederen of een aandeel daarin. De langstlevende mag interen op het vermogen dat is verkregen, goederen verkopen, maar er gelden wel enkele verplichtingen tegenover de kinderen. De kinderen hebben enkele rechten, onder andere om te voorkomen dat goederen waaraan ze emotionele waarde hechten worden verkocht of deel gaan uitmaken van een [[Gemeenschap van goederen|goederengemeenschap]]. Dit heten de wilsrechten.

Voor kinderen die deze vordering vóór 2018 hebben ontvangen en toen onder [[Gemeenschap van goederen|algehele gemeenschap van goederen]] waren getrouwd, valt de vordering in de gemeenschap van goederen. Bij scheiding heeft elk van de partners recht op de helft. Door de wijziging in het huwelijksvermogensrecht in 2018 is sindsdien de regel dat verkrijgingen op grond van het erfrecht niet meer in de huwelijksgemeenschap vallen, de vordering valt volgens de wettelijke hoofdregel in het eigen vermogen.

Wilsrecht
Bij de wettelijke verdeling hebben kinderen het recht iets te doen als de langstlevende ouder wil hertrouwen en goederen van de nalatenschap dan dus mede-eigendom van de nieuwe echtgenote zouden kunnen worden, of als een nieuwe partner de nalatenschap krijgt na overlijden van de langstlevende. Dit recht heet het wilsrecht en kan ook worden ingezet als de geldvordering nog niet opeisbaar is. De wet noemt vier verschillende situaties waarin een beroep kan worden gedaan op het wilsrecht. Het is behoorlijk ingewikkeld gemaakt, wat er mee te maken heeft dat het wilsrecht kan worden uitgeoefend na overlijden van de eerste ouder, ten opzichte van de langstlevende, maar ook bij overlijden van de tweede ouder als deze is hertrouwd.Niet verwonderlijk, de wettelijke regeling is gebaseerd op het standaardtestament voor de ouderlijke boedelverdeling van het notariaat.

  • als de langstlevende wil hertrouwen, kan het kind de langstlevende vragen goederen uit de nalatenschap over te dragen in waarde gelijk aan de hoogte van de niet opeisbare geldvordering. De langstlevende is dan verplicht de goederen over te dragen. Indien gewenst, mag de langstlevende het [[vruchtgebruik]] houden en alleen de [[Naakte eigendom|bloot eigendom]] overdragen. Na overlijden van de langstlevende voegt het vruchtgebruik bij de bloot eigendom.
  • na hertrouwen van de langstlevende kan een kind na overlijden van de langstlevende, zijn of haar erfgenamen verzoeken goederen met een waarde ter hoogte van de geldvordering over te dragen. Of de geldvordering kan worden opgeëist, naar keus van het kind. In beide gevallen voor dat wat er over is.
  • als de langstlevende is hertrouwd en daarna overlijdt, heeft deze ook een eigen nalatenschap. Als de wettelijke verdeling van toepassing is, krijgt de nieuwe partner die nalatenschap en het kind krijgt op deze nieuwe partner een niet opeisbare vordering ter grootte van het theoretische erfdeel. Ook in deze nalatenschap is de nieuwe partner verplicht om op verzoek van het kind goederen over te dragen ter waarde van de niet opeisbare geldvordering. Zijn er minder goederen over, dan alleen wat er over is. Dit kan bij leven worden verzocht. De nieuwe partner mag, indien gewenst het vruchtgebruik behouden en alleen de eigendom van de goederen overdragen. Bij overlijden valt het vruchtgebruik samen met de eigendom en is het kind volledig eigenaar.
  • als de tweede partner overlijdt, kan het kind bij de erfgenamen van de tweede partner de geldvordering opeisen, of goederen ter hoogte van de geldvordering opeisen, voor zover er nog iets over is.
  • De langstlevende kan de erfenis zuiver aanvaarden, onder [[Beneficiaire aanvaarding|voorrecht van boedelbeschrijving]] of verwerpen. Een andere mogelijkheid is de wettelijke toedeling aan de langstlevende binnen drie maanden na overlijden ongedaan te maken door de notaris een akte te laten opmaken met de verklaring daartoe. Dat kan alleen de langstlevende.

De ongedaanmaking brengt mee dat de nalatenschap alsnog van rechtswege op alle erfgenamen overgaat, de langstlevende en de kinderen, iedereen is nu voor een gelijk deel deelgenoot in de erfgemeenschap. Zij moeten bij aanvaarding de erfenis inclusief schulden samen afwikkelen en [verdelen, bij beneficiaire aanvaarding [[Vereffening|vereffenen]]. Beslissingen over handelingen in het beheer, afwikkeling, verdeelklaar maken en verdelen van de erfenis die buiten het klein dagelijks beheer vallen of spoedeisend zijn, kunnen alleen door alle erfgenamen gezamenlijk, in unanimiteit worden genomen, dus ouder en kinderen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *