Erfopvolging of successie is in het algemeen de manier waarop is geregeld hoe een nalatenschap van een persoon bij overlijden overgaat op anderen, het begrip komt uit de vroege middeleeuwen waar het onder het feodalisme belangrijk was wie de nieuwe houder, bezitter of eigenaar werd van een erf. De regeling is onderdeel van het erfrecht of erfopvolgingsrecht, wat aanzienlijk verschilt van land tot land.[1] Meer in het bijzonder wordt er de regeling mee bedoeld die binnen een monarchie of andere dynastie geldt voor het geval een heersend monarch overlijdt. In de meeste koninkrijken zijn erfopvolging en de opvolging in geval een heersend vorst aftreedt of om andere redenen de functie neerlegt, in de grondwet of in een aparte wet op het koninklijk huis geregeld.
Burgerlijk recht
Saisine
Volgens het Belgisch en Nederlands erfrecht gaan bij overlijden alle voor overgang vatbare rechten en verplichtingen, de eigendom, het bezit en houderschap, alsmede alle schulden van overledene, direct over op de bij wet, testament of erfovereenkomst aangewezen (rechts-)personen (België art. 4:3 BW, Nederland art. 4:182 BW). Op grond van het Nederlands verbintenissenrecht treden opvolgers onder algemene titel in de plaats van overledene als partij bij alle overeenkomsten die overledene had afgesloten, tenzij de overeenkomst andere regels geeft. Dat geldt ook voor gebruiksovereenkomsten met aanbieders van digitale diensten als email, social media of cloudopslag, ook als deze hun hoofdzetel buiten België of Nederland hebben. In Nederland vindt overdracht direct bij overlijden plaats zonder formaliteit en kan men de erfenis met terugwerkende kracht verwerpen of (beneficiair) aanvaarden, in België hebben erfopvolgers pas na aanvaarding van de erfenis alle rechten en plichten.
Een van de plichten van erfgenamen is de nalatenschap te beheren, erfgenamen kunnen daarom na overlijden vorderingen van overledene innen, abonnementen opzeggen, sociale-media accounts opheffen of verleende opdrachten beëindigen. Een wederpartij mag en moet vaak wel om bewijs vragen dat iemand die zegt erfgenaam te zijn en op basis daarvan iets te mogen doen, dat ook werkelijk is. Dat kan het bewijs van overlijden van de gemeente zijn, bij kleine financiële belangen, een attest (België) of volmacht (Nederland), of een akte van erfrecht (België) of verklaring van erfrecht (Nederland) van de notaris.
Voordat men zich als erfgenaam gaat gedragen, moet duidelijk zijn of men naast de rechten ook alle verplichtingen als erfgenaam wil. Het is voor iedereen namelijk mogelijk een erfenis te verwerpen, eventueel met een beroep op de legitieme portie. Ook kan worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving (beneficiair aanvaarden), men hoeft dan niet vanuit het eigen vermogen schulden bij te passen als er niet genoeg in de nalatenschap zit. De erfkeuze brengt in België mee dat de status van erfgerechtigde verandert in die van erfgenaam of erfopvolger. In Nederland heeft de keus terugwerkende kracht tot moment van overlijden. Gedraagt men zich als erfgenaam, door het verrichten van rechtshandelingen die alleen een erfgenaam mag en kan verrichten, anders dan een beheershandeling, houdt dat zuivere aanvaarding in wat niet kan worden teruggedraaid.
Erfopvolging vindt van rechtswege plaats en onder algemene titel, wat in Nederland betekent dat er geen enkele tussenstap of rechtshandeling voor de overgang nodig is. Hier ligt dus geen rol voor bijvoorbeeld de gemeente, de kerk, het kadaster, de notaris, een rechter, executeur of testamentair bewindvoerder; de erfgenamen krijgen de erfenis van rechtswege zonder formaliteiten direct in handen. In België moet men de erfenis eerst hebben aanvaard en moet er een attest of akte van erfopvolging worden gemaakt. Dat wat overgaat wordt tezamen nalatenschap of erfenis genoemd, de mensen op wie alles overgaat erfgenaam. Voor overgang vatbare rechten kunnen ook van niet-vermogensrechtelijke aard zijn, bijvoorbeeld rechten voortvloeiend uit de Auteurswet of de Wet op de naburige rechten. De directe overgang van de nalatenschap bij overlijden van erflater op de erfgenamen is een belangrijk beginsel van het Belgische en Nederlandse erfrecht en wordt de saisine genoemd, het is in Nederland wettelijk geregeld in artikel 4:182 BW, het Nederlands erfrecht biedt sinds 2003 de erflater geen mogelijkheid van de regeling af te wijken. De regels gelden voor iedereen die erfgenaam is, ook als de persoon minderjarig is, onder bewind staat, in het buitenland woont, geen contact met de overledene had of nog niet weet dat ze erfgenaam is.
Uitzondering
In het Nederlands erfrecht, artikel 4:13 BW, wordt een belangrijke uitzondering op het saisine-beginsel gemaakt. Laat de overledene een huwelijkse of geregistreerd partner achter en een of meer kinderen, verkrijgt alleen de partner de erfenis, inclusief schulden. De kinderen, die in de wet wel erfgenaam worden genoemd, krijgen slechts een vordering op de echtgeno(o)t(e) die pas opeisbaar is bij overlijden, faillissement of schuldsanering, voor wat er dan nog van over is. Deze regeling wordt door de notaris graag wettelijke verdeling genoemd en de vordering van de kinderen kindsdeel maar er ontstaat na overlijden geen erfgemeenschap, de kinderen worden geen deelgenoot en er vindt geen enkele verdeling plaats.
Legaten
Als bepaalde delen van de nalatenschap bij testament of codicil aan een (rechts-)persoon worden toebedeeld (legaat) is die persoon geen erfgenaam, maar legataris, de toebedeelde goederen of de geldsom gaan niet direct over van overledene op de legataris. Deze krijgt een vordering op de erfgenamen, die moeten het goed of de geldsom na overlijden overdragen, bij zuivere aanvaarding zonodig uit het eigen vermogen. Het Belgisch erfrecht kent een bijzonder legaat dat wel zakelijke werking heeft en waarbij de eigendom wel direct overgaat op de legataris, het vindicatielegaat.
Landen met common law stelsel
In bijvoorbeeld Engeland, Amerika of Canada is de erfopvolging anders geregeld, daar kan de eigendom na overlijden overgaan op een tussenpersoon, de executor, die bepaalde bevoegdheden heeft voordat de eigendom op de erfgenamen overgaat. Deze functie heeft een heel andere inhoud en juridische basis dan de Nederlandse executeur of testamentair bewindvoerder. Een Nederlandse executeur of bewindvoerder heeft geen eigendomsrechten aan de nalatenschap en kan zulke rechten daarom niet rechtsgeldig uitoefenen, tenzij diegene ook erfgenaam is. Dan is echter toestemming en medewerking van alle andere erfgenamen vereist. Evenmin kunnen in Nederland rechten uit eigendom, bezit of houderschap bij testament aan een executeur, bewindvoerder of andere persoon worden toegekend omdat de wet geen uiterste wilsbeschikking kent die dat toestaat. Door de wettelijke regels voor erfopvolging heeft de erfgenaam in Nederland dus een sterke rechtspositie, beschermd door het grondrecht op ongestoord genot van eigendom. In België bepaalde het Hof van Beroep in 2022 dat bij testament niet kan worden bepaald dat een erfdeel van een bekwame meerderjarige erfgenaam onder bewind wordt gesteld. Dat is een schending van het fundamentele beginsel van handelingsbekwaamheid dat iedere meerderjarige bekwame burger toekomt.[2]